Geschiedenis
Landelijke Rijvereniging 'Viribus Unitis'
door Roelof Bakker
Deel 1: De oprichting
Op 11 augustus 2004 is het 75 jaar geleden dat de Landelijke Rijvereniging "Viribus Unitis" is opgericht. Daarmee is deze vereniging een van de oudste van de Wijk en het is misschien interessant eens terug te blikken op de beginjaren. Dat doe ik in twee artikelen, waarvan het eerste een week voor het jubileum verschijnt. Op zaterdag 4 september wordt 's middags een receptie gehouden, gevolgd door een rijtoer door het dorp. 's Avonds wordt in het openluchttheater van Camping de Vossenburcht het zigeunerstuk Stefan Borkos opgevoerd; hiermee valt Viribus Unitis in herhaling, want ook met het 25-, 30-, 40-, en 50-jarig jubileum is dat stuk ten tonele gebracht, steeds onder zeer grote belangstelling. Deze keer gebeurt het met medewerking van de Rederijkerskamer "De Bloem" en de toneelvereniging "De Rieverst". De zang wordt door leden van de Dickninger Geuzen en leden van het mannenkoor van Wijker Kunst verzorgd. Met paarden, zigeunermuziek en dans wordt het een heel spektakel waar de jubilerende rijvereniging veel van verwacht.
De plek van oprichting: De Havixhorst
Reint Hendrik Baron de Vos van Steenwijk, geboren in 1868, was ongetrouwd en woonde op havezathe De Havixhorst. Deze havezathe is een van de 18 die Drenthe bezat. In de 14e eeuw behoorde zij aan de familie Van den Clooster. Omstreeks 1640 kwam de havezathe in het bezit van Jonkheer Johan de Vos van Steenwijk en twee eeuwen later was een nazaat van hem, genoemde Reint Hendrik, bewoner van de havezathe. Reint Hendrik, in de volksmond "Dikke Reint" genoemd wegens zijn zwaarlijvig postuur, was een groot paardenliefhebber. Dat blijkt uit het feit dat er op de havezathe een Dressuur-Rijmanege en Handelsstal, genaamd "De Havixhorst", waren gevestigd. Als koetsier en stalknecht was Jans Mennink bij de baron in dienst; hij woonde met zijn gezin rechts van het hoofdgebouw.

Reint Hendrik droeg ons Koninklijk Huis een warm hart toe, wat trouwens niet tot uiting kwam tijdens het bezoek van Koningin Wilhelmina aan de Wijk, toen was hij namelijk vergeten de vlag te hijsen. Hij heeft kort daarna het personeel opdracht gegeven alle hekken rond de havezathe oranje-rood-wit-blauw te schilderen en alsof dit nog niet genoeg was, liet hij ook de rijtuigen, tuigen en zwepen in die kleuren zetten. Het kon Reint Hendrik niet te ver gaan wanneer het om paarden ging; zo schijnt hij in Zwitserland en Italië in een circus gewerkt te hebben, onder de artiestennaam Robin Fox.
Dikke Reint had bemoeienissen met de Rij- en Jachtclub in Meppel. Dat zal geruime tijd het geval zijn geweest, anders was hij geen erevoorzitter van die vereniging geworden.
In diezelfde tijd waren ook enkele ruiters uit de Wijk lid van de Meppeler Rij- en Jachtclub, o.a. Johannes ten Wolde, Geuchien Schoonvelde en Jan Huizing. Andere plaatselijke boerenjongens voelden er niet voor zich ook aan te sluiten bij de Meppeler eliteclub.
De oprichting
Waarschijnlijk heeft Reint Hendrik de Vos van Steenwijk dat aangevoeld. Daarom nam hij het besluit een aantal mensen uit te nodigen op zijn havezathe, om te komen tot oprichting van een Landelijke Rijvereniging.
Daar hij zich in het dagelijks leven bewoog onder de elite van Meppel, had hij zijn boezemvrienden, advocaat Mr. Doornbos, kunstschilder Van Schaik en de gemeente-ontvanger van Staphorst, E.R. ten Raa, ook uitgenodigd op zijn landgoed. Verder waren aanwezig bij die oprichtingsvergadering onder meer de heren Hendrik Warner Hogenkamp, Hendrik Hazelaar, Meilof Bouwman, Roelof van Bezoen, Lucas Hilbertus Steenbergen (een oom van de eerste secretaris Lucas Steenbergen) en Jans Mennink, de koetsier van de baron. De eerste besprekingen vonden plaats in het koetshuis, links van het hoofdgebouw.
Van de oprichtingsvergadering werd in het notulenboek weinig vermeld. Wel bleek uit de notulen van de eerste vergadering op 15 mei 1930 in café Waninge (later Wittink; nu zijn er in het pand een bloemen- en een kapperszaak gevestigd, tegenover de molen) dat het eerste jaar het bestuur bestond uit de heren Meilof Bouwman, voorzitter, Lucas Steenbergen, secretaris en Jans Mennink, penningmeester.
Een prachtige oude opname van de leden van VIRIBUS UNITIS met in het midden staand de beschermheer R.H. Baron de Vos van Steenwijk. De leden v.l.n.r. zijn: Js. Mennink, mevr. Murris-Hogenkamp, A. Vos, mevr. Wittink-Waninge, L. Steenbergen, M. Bouwman, R. van Bezoen, mevr. Dengerink-Pol, W. Hogenkamp, mevr. Kerkhof, L.v.d. Linde, L. Schiphorst Haalweide en A. Pol.
Zoals in de inleiding reeds opgemerkt, was de vereniging op 11 augustus 1929 opgericht en had de naam gekregen: "Viribus Unitis" (hetgeen Latijn is voor "met vereende krachten"). Het ledenaantal was na 2 weken al tot 12 gestegen, waaronder 4 dames. Eén dameslid, Lammie Pol, heeft met Hillie Vos en Klaasje van Bezoen ervoor gezorgd dat de eerste standaard (vaandel) tot stand kwam. Op een van de eerste vergaderingen werd deze standaard aangeboden. In de jaren tachtig was hij aan vervanging toe. Arend Vos bood toen een nieuwe standaard aan; ook dit keer waren Hillie Vos en Klaasje van Bezoen behulpzaam geweest bij het vervaardigen ervan. Dameslid Wouda Waninge reed op een paard van de baron, zo ook Lucas Steenbergen en Jans Mennink. De contributie werd vastgesteld op ƒ 2,-. Men mag het niet vergelijken, maar nu betaalt men per jaar € 160,- voor het lidmaatschap. Nog een vergelijking: er werd gestart met 12 leden, nu heeft Viribus Unitis 41 rijdende en 13 niet-rijdende leden.
De baron schonk de eerste avond de kleding voor de ruiters: Engelse geruite pet met een zwartleren klep, zwarte jas, wit overhemd met zwarte das, een peperkleurige rijbroek en als je koningsgezind bent, doe je daar natuurlijk een oranje sjerp bij. Waarschijnlijk was manufacturier Arend Lubberink uit de Wijk leverancier van de kledij. De baron heeft ook alle leden een schilderij geschonken.
Dat hij niet alleen een paardenliefhebber maar ook een levensgenieter was, liet hij op de eerste vergadering merken. Hij had de heer J. Starreveld, een neef van zijn huishoudster, uitgenodigd om te zorgen voor de muzikale omlijsting. Op speciaal verzoek van de baron speelde hij op zijn viool; uiteraard eerst het Wilhelmus, maar dan ging het verder op de vrolijke toer met de tophit van die dagen:
Heb medelij Jet, is er voor mij dan geen plaats meer in bed?.
Reint Hendrik werd al na één jaar benoemd tot erevoorzitter en werd tevens beschermheer van de vereniging.